Waarom sommige landen voorop lopen met AI
Steeds meer mensen gebruiken kunstmatige intelligentie in hun dagelijks leven. Van slimme tekstschrijvers tot beeldgeneratoren, de toepassingen zijn toegankelijker dan ooit. Maar niet ieder land beweegt zich in hetzelfde tempo.
Bedrijven: verschil tussen pioniers en afwachters
In landen als India, Singapore en de Verenigde Arabische Emiraten is AI al diep doorgedrongen in het bedrijfsleven. Daar maakt zo’n 60% van de bedrijven actief gebruik van slimme technologie voor bijvoorbeeld klantenservice, data-analyse of interne processen. AI is er geen experiment meer, maar dagelijkse praktijk.
In Europa ligt dat anders. Hier gebruikt slechts een kwart van de bedrijven AI op structurele wijze. Vooral kleinere organisaties blijken terughoudend. De reden? Een combinatie van dingen: gebrek aan kennis, onzekerheid over regelgeving, en simpelweg niet weten waar te beginnen. Toch merk je dat de interesse groeit — vooral nu tools steeds laagdrempeliger worden. Automatisch teksten laten schrijven of afbeeldingen laten genereren is allang niet meer alleen iets voor techneuten.
Jongeren lopen voorop
Ook onder consumenten zie je grote verschillen. In India gebruikt bijna de helft van de bevolking al AI-tools zoals ChatGPT of Gemini. In landen als Marokko, Brazilië en Indonesië ligt dat rond de 30%. West-Europese landen blijven achter met zo’n 20 tot 25% actieve gebruikers.
Wat opvalt: het zijn vrijwel overal jongeren die het voortouw nemen. Mensen die handig zijn met technologie, Engels spreken, en nieuwsgierig zijn naar wat er mogelijk is. In Nederland zie je diezelfde trend bij studenten, maar zorgen over privacy, taal en betrouwbaarheid zorgen er nog vaak voor dat de grote massa afwacht.
Wat bepaalt het tempo?
Het onderzoek laat zien dat er drie dingen echt het verschil maken tussen landen die vooroplopen en landen die achterblijven:
- Digitale infrastructuur – Zonder goede internetverbindingen en IT-systemen kom je niet ver.
- Opleiding en vaardigheden – In landen waar mensen digitale skills meekrijgen op school of werk, gaat het veel sneller.
- Overheidsbeleid – Als de overheid innovatie stimuleert en duidelijke regels opstelt, voelen bedrijven zich gesteund om te investeren.
En Nederland?
We staan er eigenlijk niet slecht voor. De infrastructuur is er, het kennisniveau is hoog, en er is volop innovatiekracht. Maar de implementatie? Die gaat traag. Veel bedrijven experimenteren voorzichtig, consumenten blijven kritisch, en het beleid is nog in ontwikkeling. Er is potentie genoeg, maar als we niet versnellen, dreigen we ingehaald te worden.
